Vrijdag 14 april: Metallica
In de week waarin drie vijftigers en een zestiger hun leeftijd waren vergeten, werd ik wakker onder het toeziend oog van een duif op de rand van het balkon. Hier komen nochtans geen vogels, niet vijftien hoog, er scheren enkel meeuwen voorbij, ze verwaardigen zich nooit tot een bezoek. Deze duif was er wel geraakt, tientallen meters hoger dan zijn soortgenoten ooit komen, als hij Roy Orbison was geweest dan had hij vast gecroond, I drove all night just to be with you.
Ik was verguld, ik weet nog precies wanneer ik het laatst bezocht werd door een vogel, vorige winter in Schaarbeek, een Vlaamse gaai, ik heb hem nooit verstaan, tot vandaag was het me een raadsel wat hij kwam vertellen.
Ik keek de duif aan door het raam, hij keek terug alsof geslagen door podiumvrees en plotse verwachtingen. Ik besloot hem de ruimte te geven en te gaan douchen.
Onder het water speculeerde ik over de reden van zijn komst, misschien kwam hij me waarschuwen voor het nieuwe album van Metallica dat de social media me al twee weken proberen te verkopen, beluister het niet zal hij zeggen, het is niet omdat het twintig jaar geleden voor je werkte dat het dat vandaag nog doet. Wees mild, ze doen ook maar wat iedereen doet, ooit vonden ze iets dat even werkte en sindsdien proberen ze het wanhopig terug te vinden, ze kijken telkens weer op dezelfde plaats, hun vrienden zien het gebeuren en besluiten wijselijk te zwijgen.
Of misschien kwam hij gewoon zeggen dat ik erop moet vertrouwen dat alles op zijn tijd komt.
Een van die twee dingen moest het zijn, besloot ik, ik zou hem vriendelijk benaderen en zeggen dat ik het al wist, ik zou de fout niet meer maken. Toen ik de badkamer verliet, hoorde ik de duif luid klapwieken, hij probeerde te vluchten maar raakte slechts halfweg de balustrade, het moet zijn dat zijn duivenhoofd zich bedacht had, ik ken het gevoel goed. Vervolgens kalmeerde hij en wandelde hij onderzoekend het balkon rond op zoek naar de brandtrap, ik probeerde hem nog te wenken maar er was geen plaats meer voor gesprek.
Tien minuten later was hij verdwenen, opnieuw zal ik nooit te weten komen wat de vogel kwam melden. Misschien had hij zich vergist, een kosmische Deliveroo-koerier die twee deuren te ver heeft aangebeld, misschien kreeg uiteindelijk een buur van me vandaag tijdingen, dertien hoog, ik kan alleen hopen dat het goed nieuws was. Zelf besloot ik te doen wat ik altijd gedaan heb, ik legde een stuk vlees in de pan en zocht op Spotify naar Metallica.
Ik kreeg de voorbije weken een paar keer de vraag of het kan dat ik niet meer elke vrijdag een brief stuur. Dat klopt, er is niks mis met je mailbox. De reden is eenvoudig: er is leegte nodig om deze brief te kunnen schrijven, tijd om te kunnen rondkijken, en soms is die er eens een week niet. Bovendien heb ik ook een schrijvende job en wordt het dus al eens veel… wel ja, schrijven. Ik heb dus besloten om daar niet van wakker te liggen en het gewoon oké te vinden als er eens een week niets komt. Anders wordt dit ook maar weer een van de zovele dingen die we doen omdat we ze moeten doen, en laat ons eerlijk zijn, daar heeft niemand iets aan. Tot volgende vrijdag!