Vrijdag 3 november: Rakelings
In de maand waarop ik voor het eerst sinds lang nog eens naar Antwerpen-Berchem spoorde, werd ik overvallen door een vage soort van heimwee. Ik huurde een leenfiets en peddelde in het donker langs het Brilschanspark, het lag er toen ook al maar het is intussen onherkenbaar opgewaardeerd, de route scheerde rakelings langs de Antwerpse Ring en het appartement waar twee jaar lang elke tocht die ik maakte, eindigde.
Even voordien had een stille jongeman me aangeklampt op het perron van Brussel-Noord, hij had naar het woord Mechelen gewezen op het aankondigingsbord. Ik vertelde Google Translate dat hij beter pas de volgende trein nam, deze reed weliswaar ook naar Mechelen maar veel trager dan de volgende. De smartphone herhaalde het in het Oekraïens, hij knikte begrijpend, ook hij leek te begrijpen dat je soms de leiband van de tijd wat moet lossen.
We praatten verder op de trein, de telefoon tussen ons in op het tafeltje, hij dicteerde zijn zinnen en ik schreef de mijne, net zoals altijd moet het zijn dat ik te stil praatte, deze keer te stil voor de microfoon, gelukkig heeft tenminste de technologie er een oplossing voor bedacht.
Ik vroeg hem van welke stad hij kwam (Ivano-Frankivsk, verklaarde Google), wanneer hij hoopte terug te gaan (wie zal zeggen wanneer de oorlog voorbij is?), wat hij in Brussel was gaan doen (een meisje ontmoeten, hij glimlachte) en waarom het meisje dan niet meegekomen was naar Mechelen (de telefoon legde uit dat het niet zo’n meisje was dat meekomt naar huis, hij glimlachte nog bedeesder en maakte het universele handgebaar van geld).
Ik lachte zoals ik dacht dat mannen onder elkaar dan horen te lachen, typte vervolgens iets, misschien vroeg ik wel wat hij van Mechelen vond. Google antwoordde dat hij van de stad hield maar dat het nog lang zou duren voor hij weer echt thuis zou zijn, hij miste vooral zijn zoontje van elf, Stanislav was zijn naam, opnieuw glimlachte de jongeman, opnieuw bedeesd.
De trein stopte net op tijd in Mechelen, ik wilde hem nog veel vragen maar wist ook niet meteen meer wat. We schudden de handen, Google bedankte me uitvoerig voor het aanwijzen van de juiste trein, ik keek hem na terwijl hij het donkere Mechelen in stapte, ik begreep dat hij rakelings langs huis was gescheerd.
Goed nieuws: ik geef twee exemplaren weg van Kant en Wal, het magazine van de literaire blog Aanlegplaats. Je vindt er nooit eerder gepubliceerde kortverhalen van mooie schrijvers zoals Caro Van Thuyne, Tom Wouters en (jawel, ook) ikzelf. Wat je daarvoor moet doen? Stuur deze Vrijdagbrief door naar één kennis waarvan je denkt dat die het op prijs zal stellen, en forward vervolgens dat mailtje naar mij mét jouw adresgegevens. Dit is een kleine nieuwsbrief dus de kans dat je wint, is groot. Veel succes!
Of wacht, nog meer goed nieuws: dinsdag kan je me om 19.50 drie minuten lang aan het werk zien in de Dinsdagclub van Vitalski, een revue-avond met (onder andere) charmezangers, burleske danseressen en schrijvers die hun tekstjes voorlezen. De sfeer zal gezellig, knotsgek en hartelijk zijn. Afspraak in Plein Publiek, Zonnestroomstraat 2 in Antwerpen.