Vrijdag 29 juni: Tanden
In de week waarin ik voor het laatst gewerkt had, liep ik langs de Reyerslaan, een knalrode koersfiets snelde langs me heen, de baan af in de richting van Meiser. Straks zou hij van de rijweg het fietspad weer op moeten, ik ken het borduurtje goed dat je dan over moet.
Ik keek hem na en bedacht dat er twee soorten mensen zijn, zij die nog versnellen wanneer ze de borduur in de gaten krijgen, en zij die zich inbeelden op welke manier hun wiel uit de vork zal draaien en hoeveel tanden ze daarbij dan zullen verliezen. Ik wandelde verder naar de bushalte, in mijn ene oor vroegen twee presentatoren zich af wat het omgekeerde is van spijt, na lang nadenken besloten ze dat het moed moest zijn. Fout, dacht ik, je zoekt opluchting, of voldoening, moed is wat je daar soms naartoe brengt.
Tenminste, dat dacht ik, veel ervaring heb ik niet. Want ik weet het ook wel, we leven in een samenleving die steeds herhaalt dat je nergens spijt van hoeft te hebben, ‘je ne regrette rien’ zingen de zangeres, de politicus, de CEO, de gedopeerde wielrenner, hun keuzes hebben hen gebracht tot het punt waar ze nu zijn. Ik hoor hen wel.
Maar toon mij iets en ik heb er spijt van: de halve bol mozzarella in de koelkast die ik niet wilde verspillen en nu gek ruikt. De sterke meningen over de vleesindustrie en de schil hesp op mijn boterham. De vrienden die ik al na een uur achterliet en de Tindermeisjes die ik nooit meer antwoordde. De te goedkope loopschoenen waar ik jaren mee deed en de veel te dure die ik deze week kocht. De mensen die ik niet wilde teleurstellen en daardoor teleurstelde, de problemen die ik opzocht en de problemen waar ik van wegliep, alle keren dat ik er niet genoeg in geloofde en de schaarse keren dat ik er te veel in geloofde, de dingen die ik onmiddellijk vergeet en de dingen die ik veel te lang onthoud.
Dat zijn de dingen die me spijten, ik vergeet er vast nog enkele, ook zijn er de dingen die me nog niet spijten.
Dat alles bedacht ik, de bus kwam, ik tikte eenmaal op mijn te dure draadloze oortjes, de presentatoren stopten met ratelen. In de verte nam de knalrode wielrenner de borduur zonder problemen, hij reed verder met een perfect gebit, het was allemaal zeer spijtig.