Vrijdag 28 april: Westerlo
Ik groette de buurman in de hal, met hem ook het zoontje van enkele van mijn beste vrienden, zo gaat het elke keer, ze dragen dezelfde voornaam. Ooit legde hij me uit dat hij de trein neemt naar Keulen als hij plezier wil hebben, de buurman bedoel ik dan, je staat er op enkele uurtjes zei hij, zijn ogen twinkelden. Ik weet niet wat hij daar doet, toch heb ik mijn vermoedens.
We bespraken ritueel onze plannen voor vandaag, ik verklaarde dat het straks vrijdagavond zou zijn en dat ik op het punt in mijn leven ben gekomen waar ik niets liever meer wil dan een wedstrijd uit de subtop van het Belgische profvoetbal en langzaam opwarmend bier uit plastic bekertjes, het is niet waar ik gehoopt had te staan maar ik zal godverdomme genieten van wat gegeven is.
De buurman aanhoorde met milde interesse mijn plannen, misschien dacht hij ondertussen aan Keulen en de dingen die daar gebeuren, niets is ooit helemaal uitgesloten.
Hij bleef staan in de kier van zijn voordeur, de sleutel in de hand, mijn blik viel op een pak bloem dat uitgestrooid lag over de vloer van de inkom. Het moest helpen tegen inbraken, legde hij uit, het had iets te maken met onzichtbare sporen die nooit gewist kunnen worden. Er waarde een dief rond in het gebouw, daar was hij zeker van, hij liet zich niet vastleggen door de vele bewakingscamera’s maar hoe anders verklaar je dat dezelfde dvd’s telkens opnieuw verdwenen uit zijn woonkamer?
Ik suggereerde verstrooidheid of vrienden die graag films kijken, hij keek me aan alsof ik een makkelijke rekensom verkeerd had opgelost. ‘Hier komt nooit iemand binnen’, verklaarde hij met de trots van iemand die is afgestudeerd aan de school van het leven, ‘daar zorg ik voor’, ostentatief bleef hij in het deurgat staan, ik kreeg niets méér te zien van zijn appartement dan het bloem en de vloertegels.
Vervolgens keek hij me zorgelijk aan, even was ik een zoon die verboden sigaretten rookt uit het slaapkamerraam, ‘maar jij krijgt soms nog wel mensen over de vloer hé?’, ik weet niet wat hij dacht maar hij had vast zijn vermoedens. We namen afscheid, straks zou ik het blok en de buurman en het bloem en de nog nooit gefilmde dief inruilen voor de spelers van Westerlo en mijn vrienden, ooit zal ook ik het misschien leren.