Vrijdag 22 december: Bloed
In de week waarin het jaar zich naar de eindmeet sleepte, de zon deed zelfs geen moeite meer, dacht ik aan de lessen van 2023. Zo heb ik de ongeopende e-mails in mijn inbox leren accepteren, na mijn dood zullen ze zich toch verder blijven opstapelen, de nieuwsbrieven en de Zoom-links, er is geen ontkomen aan, ik gun ze nu al een voorsprong.
Je zou kunnen zeggen dat ik het heb opgegeven om alles te willen doorgronden, maar evengoed dat ik het bestaan van het onbekende heb leren aanvaarden. Ik wil door de wereld klauteren als een boom, ik zal mijn energie doseren en enkel nog de dikste takken uitkiezen, niet langer hoef ik de wortels te kennen, de schors en de sappen diep binnenin, de wereld staat vol met bomen, er is geen beginnen meer aan.
Misschien is dat gezond ouder worden, misschien is het jammer, misschien is het beide.
Het woonblok is net zo’n boom, mijn buren zijn de takken. Zo is er de Colombiaanse skatekampioen met de zwalpende tattoos op zijn handen, een vriend van hem heeft ze ooit met een enkele naald gezet, nee hij zat niet in een bende, maar waar hij woonde, had je zo’n tattoo wel nodig om de wijk te overleven, na zijn aankomst in België probeerde hij ze te verwijderen maar het was te pijnlijk geweest, hij kan er niet over praten. Nu dweilt hij hier de gangen, waar hij komt laat hij dikke strepen water achter op de vloer.
Er is mijn buurvrouw met haar looprek die mee de lift naar beneden neemt, telkens weer declameert ze dan dat het koud is, ze doet dat op vragende toon, soms bevestig ik, soms moet ik tegenwerpen dat het eigenlijk vrij zacht is, dan humt ze en zwijgt ze, ze hoort niet meer zo goed.
Er is de man uit Oost-Europa die al maandenlang werkt aan de nieuwe liften die ooit moeten verrijzen, waar hij komt laat hij aarde achter, hij draagt een helm en een overall en een droevige blik, hij lijkt sprekend op Adrien Brody in The Pianist, ik vraag me af of hij met kerst naar huis kan maar toen ik hem wilde groeten, keek hij weg.
Er is de man met de felrode bandjesjas die naar Frutella's ruikt, we hadden het er nog niet over.
Zo wonen er nog honderden mensen in het blok, ontelbare takken aan een boom, ik ken ze niet tot op het bot, ik moet mijn energie doseren, ze zijn een les, het is gezond en jammer tegelijk.
Boven onze 350 hoofden sleepte het paarse wolkenpak zich samen met het jaar en de ongelezen mails naar de einder. Ik wandelde het woonblok uit, de Colombiaanse skatekampioen riep me na van achter zijn zwabber, hij lachte breed, op zijn onderarm stond in dikke letters TODO POR MI SANGRE en iets wat op een doornige tak leek, hij vroeg me of we eens iets kunnen gaan drinken, misschien in het nieuwe jaar, hij heeft me zeer veel te vertellen.