Vrijdag 2 september: Gat
In de week waarin de zon elke dag twee minuten vroeger onder ging, werd me verteld dat de friturist doodgevallen was, de hele buurt had het gezien, de begrafeniswagen was tot op de stoep gereden.
Niet veel later werd diep in het Amazonewoud de laatste van zijn stam aangetroffen in een hangmat, ze noemden hem de man van het gat, naar de schuilplaatsen die hij in de grond groef. Hij was de enige overlever van een genocide, in een bed van veren was hij gaan liggen wachten op de dood.
Een dag later viel Gorbatsjov, op de radio zei de nieuwslezer dat hij het uiteenrafelen van zijn rijk niet had kunnen voorkomen, ook hij was een soort man van het gat. Ik scrolde door mijn gsm, ergens had ik enkele weken geleden de naam van een kunstwerk genoteerd, Even though I am the last one of my kind I still count.
Normaal blus ik opstoten van melancholie met mayonaise en frieten, die optie was er deze keer niet.
Het moet zijn dat de kosmos het gezien had, ik kan het niet anders verklaren, het was dat of de hand van een interveniërende god of anders gewoon het meest gelukkige toeval, maar de volgende ochtend zong De Mens dat het allemaal zo erg niet was, de trein kwam aan in Brussel-Centraal en ergens aan de eeuwig geblokkeerde roltrappen kroop een man uit een gat in de grond.
Het klopt dat deze nieuwsbrief er een dag later was dan normaal. Ik zou er veel verklaringen voor kunnen geven, maar het komt er gewoon op neer dat ik het vergeten was. Het goede nieuws: het volgende vrijdagverhaal komt er een dagje sneller aan dan normaal. Tot dan!