Vrijdag 2 februari: Helden
In de maand waarin drie huizen aan een ijlend tempo uit elkaar geslagen en vervolgens weer opgebouwd werden, verbaasde ik me over de verhalen die de televisiemakers ons vertellen. Wij zijn een volk dat veel kan, vernam ik, ja zelfs een soort van Griekse goden met vlees eraan. Wat vroeger uitzonderlijk was, kan in deze tijd iedereen, we hebben geen excuses meer om niet te excelleren mits het juiste sponsorcontract, ik denk dan bijvoorbeeld aan Decathlon of Maatkasten.be.
Het klopt maar het is slechts een deel van de waarheid, we zijn immers een volk dat veel kan maar ook een volk dat nog veel meer uitstelt. Want dit is de situatie, er is zoveel te doen, er moet een nieuwe wereld gebouwd, iedereen weet het en iedereen voelt het, de werf staat klaar, het is gewoon een kwestie van de wekker zetten en eraan beginnen.
Alleen staan we elke ochtend op, krabben we ons in de haren en vragen we ons af wat de opdracht alweer was. Wel hebben we vagelijk onthouden dat er veel te doen is, dat wel, we moeten ons bewijzen of zoiets, daarom stoomt op de openbare omroep een inwoner van Antwerpen rekruten klaar voor een ingebeelde oorlog, ze willen tonen dat ze een paramilitair hadden kunnen zijn als het leven hen daartoe had geroepen. Op een ander kanaal ploeteren professionals van de ontspanningsbusiness over de Groenlandse ijskap die tergend traag afsmelt (zo traag dat je het niet ziet gebeuren op het scherm), ze willen bewijzen dat ze dit kunnen nu GoPlay hen ertoe heeft geroepen.
Dit zijn wij ook, ook dit is ons volk, een volk van zondagavondhelden, van exploten die er niet toe doen, een volk van doeners van daden die al een keer te veel gesteld zijn.
Het is zo te zien op de televisie, maar de televisie toont ook alleen maar wat er te zien valt. Laatst werd me gevraagd of een marathon niet ook iets voor mij was, helaas ben ik ongeschikt. Eerst dacht ik aan mijn magere lijf en de verkoudheden die ik elke maand weer oploop, daarna aan de Watersportbaan en hoe die in januari volledig dichtgevroren was, ik had het joggen onderbroken en was tot aan de rand van het ijs geklauterd, het was al wat beginnen smelten, je kon het duidelijk zien, ik duwde er met één schoenpunt tegenaan, over de volle lengte van 2 kilometer klotste het ijs tegen de oever.
Toen stond ik op, het plotse besef was ingeslagen dat ik nog veel moest doen, ik spurtte naar huis en gooide mijn loopkleren in de was. Ik was net op tijd, op VTM stortten twaalf deelnemers zich op de werf van onze tijd, de presentator vertelde me dat ze een huis konden winnen als ze het maar uitzonderlijk snel verbouwden, ik trok een zak chips open en besloot alle afleveringen te bekijken.