Vrijdag 15 september: Luchtziekte
In de maand waarin de gordijnen naar buiten wapperden door de openstaande ramen (ze leken te verlangen naar de totale vrijheid en het einde van de zomeravond, ergens misschien waar de horizon de aarde raakt, het Zweedse concern Ikea had hen helaas aan het plafond geketend), droomde ik opnieuw.
Het is zo dat ik op gezette tijden muziek droom die ik nooit eerder heb gehoord, vaak gebeurt het ‘s ochtends, het is een ding van de laatste jaren en het gebeurt steeds vaker. Een goede vriendin vermoedde dat ik in een vorig leven een componist geweest moet zijn, hoe kan het anders dat een mens met slechts een notie van notenleer en tweevingerige akkoorden hele symfonieën bij elkaar kan dromen, het is onmogelijk. Die hypothese streelde mijn ego, ik verzweeg dat ik die ochtend een bijzonder saaie poprockballad had gehoord, ik schaamde me over de man die ik blijkbaar was geweest en de artistieke keuzes die hij had gemaakt in de vroege jaren tweeduizend.
Zo droomde ik ook deze keer, alleen was het deze keer geen muziek maar een zin. Er werd een redactievergadering gehouden, rond de tafel zaten onder andere de bekende presentator van een voetbalprogramma. Mijn oom, de zanger, had ook een stoel gekregen, hij verkondigde met luide stem dat een vriend van hem ooit naar Afrika was gevlogen maar na een tussenlanding in Gaza had besloten terug te keren, blijkbaar ging het niet meer. Zijn vriend had geen verklaring gegeven, enkel deze ene zin, ‘Ik werd omhuld door een diepe drang om de wind te ontmoeten’.
Ik nam het woord, in mijn dromen verrast niets me, ik wist dat het een bekende vorm is van luchtziekte die zich pas voordoet op grote hoogte, het gebeurt wel vaker dat passagiers de deur openwringen, de crew moet hen dan uit alle macht tegenhouden, anders kruipen ze langs de romp van het vliegtuig naar buiten, hun lange grijze haren wapperen dan in de wind.
Ik ontwaakte en noteerde de zin in het schrift op mijn nachttafel. Lang hoopte ik dat die zich nog zou laten verklaren, dat er iets zou gebeuren dat het gedroomde in een coherent verhaal zou helpen dringen, misschien zou ik er op vrijdag dan over kunnen schrijven. Er gebeurde helaas niets, zo gaat het vaak, of toch, de temperaturen stegen opnieuw en ik gooide alle ramen open, de wind nam bezit van het appartement en de gordijnen kletterden in hun rails, uit alle macht wrong ik ze opnieuw naar binnen.