In de week waarin mijn vader terugkeerde uit het ziekenhuis, een bacterie en een longontsteking en griep en covid, begreep ik voor het eerst dat hij dit jaar zeventig wordt.
Als ik aan hem denk, zie ik nog steeds de man die in sportschoenen en korte broek hagedissen vangt in het zuiden van Frankrijk, daarna de draad van het Luxemburgse openluchtzwembad over klautert om er in het midden van de nacht te gaan zwemmen, vervolgens mee gaat voetballen op de Spaanse camping (hij kan geen bal controleren maar mijn broer en ik willen het zo graag), me ten slotte op zijn schouders hijst.
Alleen is het zo dat we intussen dertig jaar verder zijn, ik zie hem nog zelden in openluchtzwembaden zwemmen. Het is vreemd hoe het gaat, eerst was hij er elke dag, nu moeten we onze weerziens inplannen. De voorbije kerstavond lukte zelfs dat niet, hij deed schuifelend de deur open, hij zou er dit jaar niet bij kunnen zijn, ik zag de spijt toen hij de deur opnieuw sloot.
Kort na zijn thuiskomst uit het ziekenhuis droomde ik van hem, hij had zijn grijze baard weer zwart geverfd, ik vroeg hem waarom, vervolgens stond hij in zijn kostuum vooraan in een kathedraal, strijkers zwollen aan, hij zong een lied dat ik nooit eerder heb gehoord. Ik werd wakker met de melodie en de tekst nog haarscherp in mijn hoofd, vijf woorden, “whatever happened to your heart”, het was 20 na 6 en dat waren de woorden nu eenmaal, ik neuriede het in in mijn gsm en ging weer slapen.
Toen ik enkele uren later opstond, luisterde ik naar de opname, een dunne stem recht vanuit de vroege ochtend. Daarna vond ik een Whatsapp-bericht, het was mijn vader, hij had me proberen bellen maar het was niet gelukt, het ging al beter maar hij zou de volgende weken nog veel moeten eten.
Wat een eervolle getuigenis... Hopelijk zal hij het zelf eens kunnen lezen!