Vrijdag 11 maart: Eb
In de week waarin het na duizenden jaren was gestopt met waaien aan de kust, draaide een Russische olietanker rondjes op de Noordzee, bevroren op het exacte middelpunt tussen bestemming en thuishaven.
Ik nam de trein tot de eindhalte aan de rand van het land, ik was hier enkele weken geleden nog geweest, de reclameborden fluisterden dat ze me hadden gemist. Aan de vloedlijn tuurde ik over het water, hield samen met de zee mijn adem in, de tanker was nergens te bekennen.
Ik bestelde drie garnaalkroketten en las in de krant dat ze aan de andere kant van de wereld een zeilschip hadden teruggevonden onder het pakijs. Het wrak was 107 jaar lang perfect bewaard gebleven, de onderwaterfoto’s spraken voor zich, het zag er na al die tijd nog steeds klaar uit voor vertrek. Een expert verklaarde dat er in het ijswater allicht geen houtminnende bacteriën leven.
Ik probeerde het me voor te stellen, 107 jaar, en ademde eindelijk weer in. Buiten trok een bries over de dijk.
Weer een andere expert verzuchtte dat McDonald’s zich terugtrok uit Rusland, het was een beweging die al langer bezig was, Starbucks ook, Pizza Hut, Coca-Cola. En ik merkte niet dat buiten het strand groter werd, dat de laatste garnalen zich groepeerden en mijn kroketten verlieten, elkaar weer in hun pantser hielpen, de golven in stapten en daar uiteenvielen in fytoplankton en houtminnende bacteriën. Ik kreeg geld van de ober, stond op en liep terug de stad in langs de bekende straten, welcome back, we missed you, en nam de trein terug naar de stelplaats.
Vlak voor ik thuis het licht uit knipte, kwam een oude Amerikaan de kamer in, hij zei dat ik vooral niet op hem moest letten en viste een boek uit de kast, er stond een drukfout in en het zou niet lang meer duren voor iedereen het wist, het was nochtans maar één woord maar wel een belangrijk, de geschiedenis is nog maar net begonnen.