Vrijdag 10 maart: Japanners
In de week waarin ik mijn kamerjas opnieuw aan de badkamerdeur hing, besloot ik de dingen die kapot gegaan zijn te herstellen en het verlorene terug te vinden. Ik zou de kleerhanger opnieuw vastmaken aan de deur en de muts die ik al wekenlang kwijt was, opnieuw bestellen, ik haalde diep adem en bande de herinnering aan de vorige keren dat ik kordaat aan het werk ging.
(Het zit zo, ooit waagde ik me aan kintsugi, maandenlang had ik scherven gespaard van borden en kommen om ze opnieuw aan elkaar te zetten met goudverf. Zo doen de Japanners het, het herstelde mag altijd een beetje zichtbaar blijven, meer zelfs, het moet stralen, de les is dat alle sporen die een voorwerp ooit heeft opgelopen, het net mooier maken, de barsten en de breuken en de onvolkomenheden en de mislukkingen, het is tegelijk zelfverzekerd kijken naar de toekomst en eren wat was.
Ik ging aan het werk en doopte het penseel in de lijm, ik maakte een fijn gouden lijntje, het zag er net uit zoals op Instagram. Vervolgens klitten de haartjes van het penseel samen, het was een verloren zaak, ik lijmde de resterende scherven wanhopig met gouden klonters aaneen. In het vijfde middelbaar beëindigde mijn leraar Frans de eerste schooldag meteen met een toets om zeker te zijn dat we de les goed begrepen hadden, zoiets was er ook nu gebeurd, ik staarde naar het resultaat van mijn goede moed, mijn gouden mislukking, en dacht aan de Japanners.)
Deze keer zou het niet zo gaan, met het postpakket en de dubbelzijdige tape in de hand besloot ik het verleden te negeren, ik pakte aceton om de kleerhanger op te schonen, prompt bladerde de zwarte verf eraf. Vervolgens opende ik het postpakket, de nieuwe muts was van hetzelfde merk en hetzelfde model als de verlorene maar in een andere tint van groen.
Ik vloekte inwendig, opnieuw moest ik vaststellen dat de dingen hetzelfde weigerden te blijven, ondanks alle inspanningen en goede voornemens blijkt de wereld aan elkaar te blijven hangen van onvolkomenheden en mislukkingen en lessen uit het oosten. Het was goed geweest, ik legde het retourformulier weg en maakte de kleerhanger vast aan de deur, één metalen knop tussen twee zwarte, ik hing mijn kamerjas eraan en dacht aan de Japanners.