In de week waarin de bergrivier onder onze voeten kronkelde, bevond ik me op een camping aan de voet van de Alpen. De bewoners kwamen van heinde en verre zonder dat iets hen echt bond, behalve dan diepe treurnis om recente uitvindingen zoals het internet en elektriciteit. Overal liepen loslopende honden, aan de bar klonk Sixto Rodriguez en om half 6 verzamelde de yoga-instructeur hoogopgeleiden van middelbare leeftijd.
Een van de medebewoners van het Decathlon-tentenkamp was de mij geliefde boomplanter. Omstreeks middernacht trokken we naar de brug over de rivier die uit de bergen het dal in stroomde. Hij wees naar omhoog en stelde zich voor hoe het honderden jaren geleden geweest moet zijn, de enige kennis over de kosmos werd beheerst door zij die de exacte posities van de sterren optekenden, hen leerden kennen en bevriendden en op den duur opmerkten dat sommige van plaats veranderden en andere niet, maar dat was het dan ook, de rest bleef onbekend.
Ik deed mijn lampje uit, we tuurden verder naar omhoog, enkel het zwart, de bergrivier en de Alpen om ons heen, en vervolgens ook een satelliet van Elon Musk, wie niet beter wist zou hem voor een vallende ster houden. De boomplanter betreurde het, zelfs het heelal met zijn sterrentekens en melkwegen is niet meer ongerept, sprak hij, alles wordt ontgonnen, het wordt ons onmogelijk gemaakt om nog naar omhoog te kijken en verwonderd te zijn.
Toen hij uitgesproken was, schoten twee onmiskenbaar echte vallende sterren kort na elkaar door het zwart, als een voetnoot die het grootste deel van de pagina vult. Hoe het kan dat dat zo snel na de doortocht van de satelliet gebeurde, bleef onbekend.
1 Comment
No posts
Knap. Een filosofische boomplanter en een leuke pointe.
Meer van dat.