Extra: Aan mijn onbekende vriend
Geen vrijdagbrief vandaag, maar iets anders. Begin deze maand ontving ik via de blog Aanlegplaats immers een prachtige brief van Tom Wouters, een vriend die ik nog nooit heb ontmoet. Ik schreef hem terug dat ik dat voorlopig ook niet van plan ben. Hopelijk begrijpt hij het.
Beste Tom,
Ik moet deze brief beginnen met een bekentenis. Ik heb overwogen om iemand anders aan te schrijven. Mijn goede collega Kristien Bonneure bijvoorbeeld, van wie ik zopas geleerd heb dat ook zij een blog heeft. De splinterbom Vitalski. Of de ontroerende Caro Van Thuyne.
Want het is inderdaad zo dat wij elkaar niet kennen. In een film die me zeer na aan het hart ligt, beëindigt een van de personages een hoogoplopende discussie met de woorden “please, accept the mystery”. Sindsdien probeer ik mijn leven te leiden alsof ik het was die daar afgedreigd werd op een oprit in Amerikaans suburbia. Ik accepteer het mysterie niet alleen zo veel mogelijk, ik respecteer het ook, deels uit schrik en deels uit bewondering.
Al te zeer ingaan op jouw brief, dreigt het mysterie op te helderen, of op zijn minst wat te verdunnen, een beetje als mist die net genoeg optrekt om opnieuw met de auto te kunnen gaan rijden. (Ik weet niet of je autorijden over de Belgische wegen net zo verschrikkelijk vindt als ik, Tom, en dat is het hele punt net.)
Ik zal jouw vragen dus niet beantwoorden. Je schreef dat er misschien een parallelle wereld zou kunnen bestaan waarin wij vrienden worden, geregeld op café gaan in Antwerpen en elkaar boekenbons schenken (in die parallelle wereld zou je negeren dat ik veel te traag lees om blij te worden van boekenbons). Maar ik zou zelfs verder willen gaan. Volgens mij bestaat er een parallelle wereld waarin jij mijn ambities waar maakt.
Ooit droomde ik ervan een schrijver te worden zoals Borges, Kafka of Gils, brouwers van raadselachtige teksten die het mysterie eren. Ik zou een oeuvre bijeen schrijven dat vele boekenkasten vult, niemand zou er iets van begrijpen, nochtans zou in een van die boekenkasten het manuscript liggen dat alles verklaart. Maar ik ben pas 38 en toch kan ik nu al concluderen dat het me nooit zal lukken, ik heb er niet het karakter voor en niet het postuur, net zomin als ik doelman zal worden van FC Barcelona, professioneel tussen de potvissen zal duiken, met mijn gitaar een Centraal-Frans metalfestival zal headlinen tussen de druivenranken.
Sinds ik jou niet ken, Tom, en enkel je korte teksten op Facebook lees, weet ik dat iemand anders het wel gelukt is. Hij schrijft teksten die antwoorden beantwoorden met vragen, die betekenis schampen, en die me nog doen glimlachen ook. Ik vind het raadselachtig dat iemand daarin slaagt. En op een soort van parallel werkelijke manier vervult dat me van trots.
Je begrijpt dus hopelijk hoe diep ik onze onvriendschap koester, Tom, hoe graag ik ook zou antwoorden op jouw vragen (bijvoorbeeld dat ik wel vaker te horen krijg dat ik op Vincent Van Gogh lijk, hoewel ik donkere wenkbrauwen heb, vorig jaar is me verteld dat dat een Perzische trek is; en dat het me zelf vaak evenzeer verbaast dat ik journalist blijk te zijn, soms vraag ik me af of ik een van deze beide rollen veins en zo ja, welke dan wel, misschien verklaart dat waarom ik zo vaak moe opsta).
Evenmin kan ik antwoorden (dat ik begrijp wat je schrijft, dit zijn tijden waarin een mens zich het liefst van al terugplooit op wat hem met vreugde vult) of bekennen (dat ik het zelf soms evengoed allemaal niet meer wil weten, dan vraag ik me af welke zin het eigenlijk heeft om mezelf te voeden met feiten waar ik niets aan kan veranderen en die toch alleen maar energie wegzuigen, nieuwsweigeraars noemt men ze in ons vakgebied, stel je voor denk ik dan, straks word ik er zelf nog eentje, een groeiend balkje in een marktonderzoek van een mediabedrijf, een bakker die zijn eigen brood niet meer wil).
Ik zal dus ook geen anekdotes delen waarvan ik hoop dat je er misschien iets aan hebt (zelf worstelde ik een jaar of vier geleden met een totale writer’s block toen mijn grootse roman-manuscript reddeloos verloren bleek, ik begreep dat dat boekenkasten vullende oeuvre er wellicht nooit zou komen, toen heb ik me afgevraagd waarom ik me eigenlijk bezig hield met deze onverklaarbare en van alle logica gespeende bezigheid, want laat ons eerlijk zijn: niemand zit écht te wachten op nog maar eens een roman van nog maar eens zo’n Vlaamse hobbyschrijver, toch kies ik ervoor om telkens weer achter mijn Google Doc te kruipen, evengoed zou ik opnieuw een abonnement op AA Gent kunnen nemen of anders gewoon urenlang in de zetel naar het plafond liggen staren, beide activiteiten zouden me zielsgelukkiger maken, dat weet ik wel zeker. Ik ben na lang nadenken het tegenovergestelde beginnen doen, korte tekstjes schrijven zonder dat er een enorm idee achter zat, het heeft me het maakplezier doen terugvinden, je weet trouwens nog niet half hoeveel vreugde het me geeft als je schrijft dat jij die dus graag leest.)
(Ik zou dus zeggen, Tom, koester je tuin, ga er na het snoeien zo lang in staan als je wil en laat jezelf toe om even niets te moeten schrijven. Tank wat energie, laat het allemaal even los, denk misschien na over de reden waarom je er ooit aan begonnen bent, of als je dat niet wil, doe dan gewoon helemaal niets en wacht tot het terugkomt. Want heb vertrouwen, zoals een oude vriend zal het terugkomen, je doet dit nu al te lang en verdwijnen zal het nooit meer helemaal.)
(Terwijl ik dit schrijf, scheert er trouwens een meesje heen en weer langs het grote schuifraam, van het nestkastje dat ik vorig weekend ophing naar de tuin van de buren. Je zou het moeten zien, je raakt het nooit beu, tenminste deze ellendig lange winter is eindelijk voorbij, misschien is het bij jou ook zo dat in de zomer alles lichter weegt.)
Ik hoop, beste Tom, dat je het me dus niet kwalijk neemt dat wij niet kunnen corresponderen of op café gaan (maar stuur me gewoon kort een bericht via Facebook chat als je eens in Gent bent, ik zal hetzelfde doen als ik naar Antwerpen moet).
Met het allergrootste respect, en de diepste acceptatie,
Vincent
P.S. Graag leer ik wel alles over de vage kennis die ons beiden meent te kennen.
Als je nu graag iets van Tom zou lezen, dan kan dat op zijn blog of op zijn Facebookpagina.